Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Komt aan tegen [69]haar van het [70]uiterste, opent haar schuren, [71]vertreedt haar als korenhopen, en [72]verbant ze; laat ze geen overblijfsel hebben. 69. Namelijk Babel, of tegen het, te weten land der Chaldeen, alzo in het volgende. 70. Der aarde, of des lands, alzo dat gij van het einde af begint. Anders: van dat, of tegen dat [hun] einde voorhanden is, of vanwege het einde. Men kan dit ook vergelijken met onder hfdst.51 vs.31. 71. Gelijk de dorsende ossen het koren treden; vergelijk Jes.21:10, en onder hfdst.51 vs.33. Anders: werpt hen op als hopen; dat is, maakt grote hopen der verslagenen; of werpt alles overhoop, maakt ze tot enkel opgeworpen hopen. 72. Gelijk boven vs.21.